De coalitiepartijen werkten de afgelopen jaren hard aan andere stemverhoudingen, lees grotere meerderheden voor coalitievoorstellen. Bij de start van de coalitie spraken ChristenUnie en PvdA met elke oppositiepartij over hoe we hun wensen kunnen meenemen. Eenmaal aan het werk maakten we plannen meer acceptabel door te geven en te nemen. Een voorbeeld daarvan is het verkeerscirculatieplan. Regelmatig vroegen we de oppositie: ‘Wat is er toch voor nodig om jullie wel mee te krijgen in dit voorstel’. Of we smeekten hen om een alternatief waarmee volgens hen een probleem dan moest worden opgelost. Het bleef dan stil aan ‘de overkant’ zodat een voorstel opnieuw met 8-7 werd aangenomen.

Met enkele magere onderbouwingen werden zo voorstellen van het college afgeserveerd. Een voorbeeld is het niet-kloppende CDA-argument tegen het slimmer regelen van huishoudelijke hulp: ‘arme mensen gaan meer betalen’ of dat van de VVD: ’We zouden wel eens tegen een rechtszaak op kunnen lopen’. Maar zijn dat nu deugdelijke motieven om tegen een goed voorstel te stemmen?

Of zit er iets anders achter dat tegenstemmen? Hoe comfortabel is het om college en coalitie hard te laten werken aan goede regelingen voor Hattem, zeker te weten dat ze er door komen (al is het met 8-7) om vervolgens in de Dijkpoorter over de uitslag te jammeren op basis van schijnargumenten?

De VVD beloofde in 2010 de Hattemers een ‘democratisch gelimiteerd bestuur’ (sic!). We mogen toch hopen dat hier een democratisch gelegitimeerd bestuur bedoeld is? Of zou de partij werkelijk willen dat 7 van de 15 stemmen tegen voldoende wordt om een voorstel niet door te laten gaan?

We kijken met belangstelling uit naar het laatste politieke seizoen voor de verkiezingen in 2014 en nodigen de oppositie in de slotfase uit voor een constructieve bijdrage aan ons mooie Hattem. Al is  8-7 democratisch gelegitimeerd, de ChristenUnie gaat liever voor een overtuigende 15-0.

Gert Kers
Jacobien v.d. Worp
Hans Havinga
Henk Leskens