Decentralisatie en gemeentelijke samenwerking
Kan Hattem het nog alleen af? De gemeente krijgt met veel nieuwe zaken op sociaal gebied te maken. Zonder op de vraag een antwoord te geven, laat Henk Leskens zien dat het zo langzamerhand wel een serieuze vraag wordt of we het alleen af kunnen.
Op 1 februari jl. heeft staatssecretaris De Krom de Tweede Kamer de concept-wet Werken naar Vermogen (WWNV) aangeboden. Voor de uitvoering van deze nieuwe wet wordt “decentralisatie” het sleutelwoord. De gemeenten staan namelijk aan de vooravond van een operatie die zijn weerga niet kent. De rijksoverheid gaat een aantal taken overdragen aan de gemeenten als het gaat om de ondersteuning van kwetsbare burgers in onze samenleving. Naast de WWNV gaat het om de begeleiding rond de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Jeugdzorg. En tegelijkertijd krijgen de gemeenten ook nog een forse rekening gepresenteerd voor de bezuinigingen op deze vormen van bijstand.
Nederland kent diverse regelingen om mensen die moeilijk aan het werk kunnen komen aan de slag te helpen. Het gaat daarbij om de zgn. Wajong’ers, mensen die aangewezen zijn op de sociale werkvoorziening (denk aan de Wezo) en personen die vallen onder de Wet Werken en Bijstand. De laatste groep heeft wel een baan maar wordt betaald onder het minimumloon. Deze wet vult dat inkomen dan aan. Deze drie groepen mensen worden ondergebracht in de WWNV. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering komt bij de gemeente te liggen. De voorbereiding moet klaar zijn per 1 januari 2013. Een enorme klus voor ons ambtelijke apparaat!
De AWBZ kent zo zijn eigen zorgen. Deze wet dreigt onbetaalbaar te worden en dus moeten de kosten omlaag. Men wil dit bereiken door een groter beroep te doen op de eigen verantwoordelijkheid en het eigen netwerk van de burgers. Daarin herkent men de WMO- gedachte. Tenslotte wordt de nadruk verschoven van op de situatie toegesneden voorzieningen naar meer algemene en collectieve. Aansluiting bij de WMO houdt in dat de gemeenten de verantwoordelijkheid krijgen. Dit hele proces moet in 2013 vorm krijgen en ingaan per 1 januari 2014.
Ook is er zorg over het functioneren van de jeugdzorg. Tot nu toe liep dit via de provincies. Met ingang van 1 januari 2015 worden ook op dit terrein de gemeenten financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk. Het Centrum voor Jeugd en Gezin – geesteskind van Andre Rouvoet – wordt de begeleidende instantie en ook dit onderdeel valt onder de gemeente.
Is onze gemeente Hattem zelfstandig in staat om dit hele proces voor te bereiden, te implementeren en te gaan uitvoeren? Als fractie vinden wij dit een heel wezenlijke vraag. Hattem beschikt over een zeer bekwaam ambtenaren apparaat maar op deze schaal zou alleen optrekken nadelig kunnen worden voor onze inwoners. Samenwerken met andere gemeenten leidt tot bundeling van krachten en optimalisering van dienstverlening.
Er wordt op dit moment veel vergaderd door de raden van Hattem, Heerde en Oldebroek om te komen tot een vorm van samenwerking. Als U dit gelezen hebt, zult U begrijpen dat deze drie H2O- gemeenten elkaar hebben opgezocht en samen aan de slag gaan om deze operatie tot een positief einde te brengen. Samenwerking is dus niet de liefhebberij van gemeenteraadsleden maar is bitter noodzakelijk om de burgers adequaat te blijven helpen. En dan vooral de kwetsbare medeburgers. En dat is een van de speerpunten van de ChristenUnie.